Broedperiode/kuikenperiode

Broedt van eind april tot eind mei.

Een legsel met een groot aantal eieren, meestal 13 tot 16.

Er zijn recordlegsels tot 29 eieren gevonden maar dat is zéér uitzonderlijk. Broedduur: 23-25 dagen.

Hoewel patrijzen in groepen kunnen optrekken is het geen koloniebroeder.

Ze hebben een nest op de bodem in dichte vegetatie.

De jongen stappen meteen het nest uit en zijn na 14 dagen vliegvlug. Na zo'n 5 weken zijn ze zelfstandig.

Patrijzen behoren tot de familie van de kleine hoenderachtige en zijn, evenals de frankolijnen en de kwartels, verwant aan onze kippen. Patrijzen komen wat grootte betreft ongeveer overeen met de frankolijnen. Het gemiddelde gewicht van de meeste soorten patrijzen ligt tussen 300 en 500 gram, dus ongeveer zo zwaar als de kleinste krielkippen.

Er zijn ook uitzonderingen binnen de grote familie van de patrijzen. De glanspatrijzen en sneeuwhoenders gaan ruim over de 1000 gram. Dit zijn echter soorten die we niet vaak zien in onze hobby. Patrijzen zijn robuuste sterke vogels die een flinke ruimte nodig hebben, bij voorkeur ook buiten in een ruime volière met veel schuilgelegenheden in de vorm van planten en struiken. Patrijzen die nooit buiten komen, kwijnen weg en daar zijn de dieren en de liefhebbers niet bij gebaat.

Hoewel het grondvogels zijn kunnen patrijzen ook goed vliegen. Meestal doen zij dat als ze ergens van schrikken. Zij vliegen pijlsnel omhoog om korte tijd later weer snel neer te strijken en beschutting te zoeken in de vegetatie op de grond. Omdat de patrijzen op en in de grond hun voedsel zoeken hebben zij een forse scherpe snavel en stevige poten met sterke scherpe nagels.

 

Er is een volledig siervogelvoer op de markt, dat uitstekend voldoet voor frankolijnen en patrijzen.

Volledig wil zeggen dat het bijvoeren met ander voer niet echt nodig is. Dit soort voer is meestal

verkrijgbaar in korrelvorm.

In dit voeder is een speciaal eiwit opgenomen dat goed door deze dieren wordt verteerd.

De vorm van dit voer verschilt per merk. Soms is het in korrelvorm, soms in een soort kruimelvorm. De

korrelvorm is het meest geschikt voor frankolijnen en patrijzen.

Er kan ter aanvulling ook een kleine hoeveelheid universeelvoer bijgevoerd worden. Dit voer is

speciaal voer voor vruchten- en insectenetende vogels en is bij elke dierenspeciaalzaak verkrijgbaar.

Bij voorkeur wordt universeelvoer met daarin gedroogde insecten gebruikt, omdat de dieren goed

reageren op de gedroogde insecten.

Er is ook insectenvoer (insectenpaté) te koop. Dit voer bevat alleen maar gedroogde insecten en is

geschikt om zo nu en dan bij te voeren.

Patrijs

De Patrijs of het veldhoen (Perdix perdix) is een akkervogel uit de familie der fazantachtigen (Phasianidae). De soort komt voor in grote delen van het Europese continent en het westen van Azië. De patrijs leeft ook in Nederland en België.

Een volwassen patrijs is wordt 28 à 32 centimeter lang en is compact met een rond lichaam. Op het eerste gezicht lijken de mannetjes en vrouwtjes op elkaar; toch is er sprake van seksueel dimorfisme. De mannetjes hebben een donkerbruine buikvlek in de vorm van een hoefijzer, terwijl bij vrouwtjes deze vlek een stuk kleiner en grauwer is of helemaal ontbreekt. Beide geslachten hebben een oranjekleurige keel, wangen en wenkbrauwstreep. De kroon, nek, borst en flanken zijn lichtgrijs. De flanken zijn daarnaast voorzien van meerdere roestbruine banden. Daarnaast heeft de patrijs bruine vleugels en een witte buik en onderstaartdekveren. Juveniele vogels hebben geen borstvlek en hebben veel weg van een kwartel (Coturnix coturnix) of jonge fazant (Phasianus colchicus), maar zijn groter en compacter. De jonge vogels zijn geelbruin tot grijsbruin, zonder oranje delen rondom de kop of borstvlek. Na twee à drieënhalve maand zal de jonge patrijs naar een adult verenkleed ruien. Patrijzen zijn vaak in kleine groepen te zien.